De Commissie heeft in een aantal beschikkingen geoordeeld dat er sprake was van lokale steunmaatregelen die het handelsverkeer niet ongunstig beïnvloeden. Hieronder volgen een aantal voorbeelden.
- SA.39403 betreffende investeringssteun voor een haven in Lauwersoog om knelpunten in de haven weg te werken die tot veiligheidsproblemen konden leiden. De haven werd vooral gebruikt door lokale vissers omdat deze haven dichtbij de visgronden ligt. De Commissie overwoog dat er een kleine kans was dat de investering grote schepen uit andere lidstaten ging aantrekken aangezien de investering gericht was op de lokale markt.
- SA.37432 betreffende steun aan een openbare ziekenhuizen in Tsjechië. Er mag steun verleend worden aan ziekenhuizen die allereerst, medische zorg als hoofdactiviteit hebben. Ten tweede waren er in dit geval bijna geen patiënten uit overige lidstaten en waren er voornamelijk patiënten uit de buurt. Hieruit concludeerde de Commissie dat er sprake was van zuiver lokaal effect aangezien de steunmaatregel het handelsverkeer niet ongunstig kon beïnvloeden.
- SA.380035 betreffende steun aan een revalidatie centrum in Bad Nenndorf. De Commissie nam onder andere in de beoordeling mee dat geen een van de in 2013 behandelde patiënten uit een andere lidstaat kwam. Bovendien had het revalidatiecentrum geen internationale reputatie en kon de steun er niet toe leiden dat het revalidatiecentrum aantrekkelijk werd voor patiënten uit andere lidstaten. De Commissie kwam tot de conclusie dat er in dit geval niet voldaan is aan het criterium ‘grensoverschrijdend effect’ omdat de diensten van het revalidatiecentrum alleen aantrekkelijk waren voor lokale bewoners (door o.a. de taal) en omdat er de steun niet meer dan een marginaal effect op markten en consumenten uit aangrenzende lidstaten.
- SA.37900 betreffende steun aan lokale sportverenigingen in Denemarken. Het ging hier om steun die verleend werd door decentrale overheden aan lokale sportverenigingen. De sportverenigingen werden vooral gebruikt door lokale bewoners en was bovendien niet aantrekkelijk voor personen uit andere lidstaten waardoor consumenten uit andere lidstaten geen interesse hadden in deze sportverenigingen. De Commissie ook dat de steunbedragen dermate laag waren waardoor er een kleine kans was dat de sportverenigingen, door de steun, investeringen uit het buitenland gingen aantrekken. De Commissie concludeerde, gelet op de bovenstaande feiten, dat er niet voldaan was aan het criterium ‘grensoverschrijdend effect’.